Het duurde even, maar ik heb eindelijk glutenvrije brownies gebouwd! Ik denk dat de laatste portie die ik bakte zelfs nog ‘glutenvol’ was… het werd dus wel tijd voor een nieuwe poging. Ik deed het even snel tussendoor terwijl ik het avondeten stond te bereiden, als een soort probeersel, maar was uiteindelijk onwijs verrast door het resultaat: deze vrienden zijn GOED!
Het visuele bewijs
Hoewel ik dol ben op fotografie, geef ik vaak bijzonder weinig om perfect belichte voedselfoto’s. Enerzijds omdat deze tijd van het jaar sowieso al niet super vrijgevig is in zijn (dag)lichtvoorziening. Anderzijds omdat ik het gefotografeerde voedsel in de eerste plaats maak om in mijn hoofd te schuiven.
Dus komt het heel vaak voor dat ik mijn fotomodellen pas aansnijd wanneer die bleue winterzon al lang en breed onder is, waardoor ik dus niet die ‘perfecte’ foto’s voor je kan maken. Daarom moet je me maar even op mijn blauw/groen/grijze ogen geloven als ik zeg dat je deze brownie echt nodig hebt in je leven 🙂
All you need is… niet zo veel
Om hem in elkaar te zetten heb je namelijk niet veel (tijd) nodig, hij blijft lekker klef en de stukken chocola die in het beslag rond zwerven geven een vet lekkere bite. Ik gebruikte voor dit recept de schijfjes chocolade van Taza, waar verrassend weinig gekke dingen in zitten en die heel geschikt zijn om mee te bakken – in tegenstelling tot de repen van Lovechock die ik voor mijn Bouwmeesterbars gebruik.
Zoals altijd: vrij van veel allergenen
Ik ben tot dit resultaat gekomen door dit recept te halveren qua hoeveelheden en aan te passen naar de ingrediënten die ik in huis had.
Deze mega makkelijke brownies zijn glutenvrij, lactosevrij, net niet vegan (maar misschien kun je dit oplossen met een ‘ei’ van lijnzaad) maar wel super makkelijk en heel snel klaar! Laat je het me weten als je ze gemaakt hebt? Geniet er van!
Doe de dadelstroop, ahornsiroop en cashewpasta in een kom en meng goed door
Roer het ei er doorheen en voeg de vanille en het zout toe
Voeg de cacao en baking soda toe, mix tot een geheel en voeg als laatste de (in) stukken (gehakte) chocolade toe. Giet het mengsel in een met bakpapier bekleedde bakvorm. verdeel eventueel nog wat chocolade en zeezout over de bovenkant en bak in 30-40 minuten af
Voordat ik aan de slag ging met dit project, heb ik flink wat vooronderzoek gedaan. En eigenlijk doe ik dat met ieder recept. Enerzijds omdat ik vet nieuwsgierig ben aangelegd, anderzijds omdat ik altijd wel iets moet aanpassen aan bestaande recepten. Ze zijn namelijk bijna nooit helemaal glutenvrij, zuivelvrij, sojavrij of kokosvrij. Gluten is best makkelijk te vervangen, maar dat is meestal pas stap 1. Want zit er daarnaast een keer géén boter in het recept? Sweeet! Maar dat betekent vrijwel altijd dat er wél met kokosolie wordt gewerkt. En dat spul trekt mijn lijf niet, dus zocht ik naar een alternatief. Wat ongeveer net zo irritant als uitdagend is.
Creatief met handicaps
‘Maar elk nadeel…’ enfin. Je snapt me. Want door al die soort-van-handicaps zoek ik continu naar vervangers, maar daardoor leer ik stiekem vet veel. Zo kom ik namelijk niet te weten óf iets werkt, maar vooral hóé het werkt. Daardoor voelt het alsof ik bezig ben met een bachelor in Handicapped Baking, dus kan ik het maar beter ownen. Kom maar door met die koek laude.
Ik denk dat ik wel 40 recepten heb doorgespit, om uiteindelijk te komen tot wat ik nu heb. En in dat veldwerk stuitte ik op de kook-gerelateerde-content van YouTube. Want het is gewoon nét even anders (fijner) wanneer je daadwerkelijk een paar handen bezig ziet met beslagkommen, gardes en deegrollers, in plaats van er alleen maar over te lezen. En zo kwam ik terecht bij filmpjes van Cees Holtkamp, een gevestigde naam in krokettenland. Maar meneer Holtkamp beperkt zich niet tot frituurvet, paneermeel en ragout. Meneer Holtkamp is een wandelend kookinstituut, en kan dus alles vertellen over hartig tot zoet, maar vooral ook over ‘waarom’ en ‘hoe’. Daardoor werd hij voor dit project ‘my main man’.
Cees closed
Het voelde echt alsof ik de kneepjes van het bakvak van mijn virtuele opa leerde. Want ik begon natuurlijk bij zijn speculaasfilmpjes, maar dankzij de autoplay-functie kletste Cees lekker verder, lang nadat ik al zijn speculaasgeheimen neergepend had. Daardoor kreeg ik nog meer trucjes en foefjes terloops mee. Dat je nooit ananas en kiwi in een slagroomtaart moet doen bijvoorbeeld, of welke soort basterdsuiker het meest geschikt is voor welk soort baksel. En dat is voor nu misschien niet bijster relevant, maar voor het voortbestaan van de receptendatabase op deze site wél. Maar dat merk je vast vanzelf 🙂
Het niet-zo-geheime ingrediënt
Anyway, wat ik je eigenlijk wilde vertellen, volgt nu. Want Cees leerde me dus dat je amandelspijs het beste minstens een week in de koelkast kan laten rijpen, maar ook dat speculaasdeeg echt lekkerder wordt als het een tijdje heeft gelegen. Dus alsof ik hem een (behoorlijk eenzijdige) belofte had gemaakt, volgde ik zijn orders. Waar dus niks ingewikkelds aan is (behalve je spijs en deeg in vershoudfolie im Kuhlschrank), en waar je maar 1 (verdraaid cliché) extra ingrediënt voor nodig hebt: een beetje ouderwets geduld. Kun je lekker, terwijl al die mooie elementen op je liggen te wachten, nog meer Cees Content tot je nemen. Want had ik al verteld hoe meditatief het is om te kijken naar deeg dat gekneed wordt? Hoe soepel hij, zelfs met zijn wat stroevere voorkomen (Cees is net als een goed deegje al een beetje gerijpt), door zijn eenvoudige keuken beweegt? Dat hij laat zien hoe je met zowel gevoel als gezond verstand bakt?
Ah well, misschien wordt het tijd voor een Cees Holtkamp fanclub. Kan me zo voorstellen dat ik zelf het enige lid zal zijn, maar als je me wil joinen, laat dat dan vooral in de reacties even weten.
En garde!
Dit recept is dus vrij van gluten, zuivel, soja en kokos. Het staat echter wél stijf van de amandelen, suiker en ei, dus als je daar niet tegen kunt moet je zelf even op onderzoek gaan. Voor die dingen heb ik namelijk geen vervangers gezocht.
Het bouwen van mijn eerste versie gevulde speculaas (met cacaoboter en teff en allerlei andere, ‘extra’ ingrediënten) vond plaats voordat ik mijn pindakaaskoeken maakte. Dat ging prima en het was vet lekker, maar het kon beter. Dus besloot ik het nogmaals te proberen. Pindakaas leek me voor dit recept een te overheersende smaak hebben, dus zocht ik mijn heil in een ander soort notenboter. Ik overwoog even om amandelpasta te gebruiken, omdat het spijs toch ook al van amandel was gemaakt. Maar toen bedacht ik me dat pasta van cashewnoten heel romig smaakt, maar verder geen duidelijke kenmerken achter laat. En dat bleek een vet succes!
Ik heb uiteindelijk meer ‘speculaasspul’ gemaakt dan ik nodig had voor mijn formaat bakvorm, dus je houdt misschien wat over. Maar gelukkig kun je het best een tijdje in de koelkast bewaren, en wordt het er (als het goed is) alleen maar lekkerder op – aldus Ceesie.
+ gemalen venkelzaad, gember en steranijs naar smaak
1 geklutst ei
beetje water
Instructies
Doe de cashewpasta, bruine basterd, ongezoete amandelmelk en rietsuiker in een kom. Mix dit met de keukenmachine of roer met de hand tot een gladde massa
Voeg daarna de volkoren rijstmeel, havermeel en baking soda toe en roer goed door
Voeg als laatste het zout en de overige (speculaas)kruiden naar smaak toe
Stort het deeg uit de kom op een plastic folietje en laat een paar dagen (het liefst een week) liggen in de koelkast
.
Neem na de rustdagen het deeg uit de koelkast en verwarm de hetelucht oven voor op 180-190 graden
Verdeel de eerste laag deeg over de bodem van je bakvorm
Bedek daarna de zijkanten van de bakvorm met deeg, zodat de spijs de randen van je bakvorm niet raakt (dit kan dan verbranden, smaakt niet zo lekker)
Doe de benodigde hoeveelheid amandelspijs in een kom en kneed hier een beetje geklutst ei en water doorheen, zodat het soepel wordt en niet uitdroogt bij afbakken
Vul je bakvorm met de aangemaakte amandelspijs
Rol het overige deeg tussen twee vellen bakpapier uit en sluit daarna je gevulde speculaas af met een dakje deeg. Druk aan waar nodig en bestrijk de bovenkant van je speculaas met de rest van het ei
Bak in 30-50 minuten af in het midden van de oven. Blijf zo mogelijk in de buurt tijdens het bakken en houd goed in de gaten, baksels met notenboters en suiker kunnen snel verbranden
Laat je gevulde speculaas zo lang mogekijk afkoelen (het liefst aan paar uur) en snijd hem daarna pas aan. Hij is vrij bros en breekbaar, dus wachten tot hij echt helemaal is afgekoeld is heel verstandig!
Vroeger was ik een wannabe Spice Girl – inclusief nep microfoon -, nu voel ik me vooral een spijs girl.
En nu kwam ik ergens een artikeltje tegen over amandelspijs (of was het nou een podcast?). Ik las (of hoorde) hoe dat soms verkracht kan worden doordat het van witte bonen gemaakt wordt, in plaats van van die mooie noten. Dat alleen échte bakkers dat nog met amandelen doen. En door die decadente touch dacht ik dat het vet moeilijk was om te maken (want ‘ambachtelijk’) maar het tegendeel is waar: het is zó makkelijk! *insert mega happy face*
Sappig hapje
En bovenstaande vertelde ik al watertandend aan mijn lover, nadat ik in de supermarkt tegen een intens sappig hapje was opgebotst. Het was een vierkant blok doodgewone gevulde speculaas, maar het zag er zo MOIST uit dat ik mezelf (en mijn rechterduim, die zachtjes drukkend de structuurtest deed) er even in verloor. Ik draaide het massieve blok om en scande de receptuur: tarwebloem, suiker, roomboter, amandelen, en nog veel meer fijne dingen. “Nee Bouwmeester, je was opzoek naar bananen. Wakker blijven.”- aldus mezelf, tegen mezelf.
Kwelling
Je kunt het meisje wel uit de supermarkt halen, maar de (verboden vruchten in de) supermarkt soms maar moeilijk uit het meisje. Ik had dus twee keuzes: mezelf blijven kwellen door ieder supermarktbezoek opnieuw rond die gevulde speculaas keutelen, of het gewoon zelf maken. U snapt wel waar ik voor koos. Stap 1: spijstijd!
Het leukste was dat ik alle ingrediënten voor deze belachelijk eenvoudige samensmelting (je mag het bijna geen recept noemen, want het is level ‘broodje pindakaas’: brood + pindakaas) op 1 ding na al in huis had: een verse citroen. Dus als je dit leest en toevallig ook alle onderstaande ingrediënten in huis hebt maar tóch nog twijfelt over het assembleren van onderstaande situatie, kap daar dan mee en begin gewoon te mengen. Je zal me dankbaar zijn.
Side note:
Ik verdubbelde de hoeveelheden die ik in verschillende recepten vond (die bijvoorbeeld uitgingen van 200 gram amandelmeel), zodat ik meer dingen kan bakken en reservespijs heb in geval van mislukte pogingen. Dat gebeurt nogal regelmatig namelijk. Maar dít lukt. Ook de meest onervaren bakker.
(Ook wanneer je al zes warme choco’s met kruidenbitter op hebt. Het is echt een eitje.)
Geen geheimen, trucjes of speciale technieken, behalve een beetje geduld 🙂
400 gram amandelmeel (Albert Heijn, die is glutenvrij)
400 gram kristalsuiker
1 groot ei
Rasp van 1 citroen
Sap van dezelfde citroen
Instructies
Meng het amandelmeel en de kristalsuiker (met de hand of een keukenmachine)
Voeg daarna het ei en de citroenelementen toe
Meng alles tot een mooi geheel en laat het pakketje spijs minimaal 1 week in de koelkast rijpen
Notities
* Wanneer de rijpweek voorbij is en je de spijs gaat gebruiken, kneed dan een geklutst (half) ei en dezelfde hoeveelheid water door de spijs.
Kneed de klontjes er uit en zorg dat het weer een mooie, gladde massa wordt. Zo wordt het lekker smeuïg droogt het niet uit bij het bakken 🙂