Het is al meer dan drie maanden geleden, maar toch zijn de wonden nog behoorlijk vers. In juli vlogen mijn vriend en ik voor twee weken vakantie naar Thailand. Nu is het opeens alweer oktober en geniet ik volop van de herfst, maar verlang ik stiekem toch ook wel heel erg terug naar de 14 heerlijke dagen die we in Thailand doorbrachten. En dat komt doordat onze reis behoorlijk perfect was. Alsof het uit een boekje kwam, maar dan zegmaar níét de Lonely Planet.
Het klinkt wellicht een tikkeltje cheesy, maar ik had Thailand echt op geen enkele andere manier willen verkennen. En nu ben ik alles behalve een backpack-expert, maar ik heb wel wat dingen ondervonden die jouw reis misschien net dat beetje leuker kunnen maken. Verwacht dus geen allesomvattend verhaal, maar in plaats daarvan wat random do’s en don’ts, gebaseerd op niets anders dan onze eigen ervaringen van afgelopen zomer!
1. Het startpunt: Noord-Thailand
Thailand is alles behalve een homogeen gebied. Je vindt er stranden, steden, dorpjes en gebergten die bedekt zijn met de mooiste natuurverschijnselen. Voor de Azië-dummies onder ons kan het daardoor best wel lastig zijn om te beslissen wáár in godsnaam je precies heen wilt in dit nogal uitgestrekte land met duizend-en-één mogelijkheden. Voor mijn vriend en mij was het echter vrij makkelijk: the Mister was al tig keer in Thailand geweest, dus een nog onbekende bestemming was vrij snel gevonden. De eilanden had hij, inclusief intense duiksessies (yes, he’s got some skills), bijna allemaal al gezien en Bangkok was ook al meerdere malen bezocht. Het enige dat dus nog over bleef, was het noorden van Thailand.
Ik wist niet zo goed wat ik hier precies van moest verwachten, maar ik wist wel dat het flink anders zou zijn dan alle paradijselijke, op-een-onbewoond-eiland kiekjes die ik op Facebook en Instagram op dagelijkse basis voorbij zag komen. En dat onbekende element ontvouwde zich in een hele fijne verrassing. Tuurlijk, er zullen zat blogs en websites zijn die het noorden van Thailand al lang en breed besproken en getoond hebben, maar die heb ik zelf in ieder geval niet heel vaak voorbij zien komen. Dus hebben alle quarter-, half- & fullmoon party’s en andere bikini-bezigheden, net als voor ons, niet direct prioriteit voor jou? Dan is het noorden absoluut de moeite waard. Je gaat er prachtige dingen ontdekken, meer verklap ik (nu nog) niet 😉
2. We tackelden onze jetlag met cocktails
Zodra we voet op Thaise bodem hadden gezet en in de rij van de bagageclaim snel een hotel in hartje Bangkok hadden geboekt, zijn we als de sodemieter naar Khoa San Road gesneld. Heel, héél toeristisch plekje, maar dan hadden we dat maar vast gehad. We namen daar één van de zijstraatjes om vervolgens in een wat rustiger stuk te belanden, waar we een eenvoudig eettentje vonden en ons eerste feestmaal bestelden. Het after flight feast bestond uit wat kakelverse tiger prawns, som tam en een unit van een gegrilde vis. Yehesss.
Maar we wilden meer. En dan niet in de vorm van eten, maar die van vloeibare toetjes. Er zijn absoluut meer verantwoorde manieren om je aan te passen aan het ritme van je nieuwe omgeving, maar op dit punt vertrouw ik graag op de ervaring van mijn vriend – die al flink meer van de wereld heeft gezien dan ik. Dus stopten we bij de eerste cocktail car die we tegen kwamen, om er vervolgens een bescheiden doch vurige tour van te maken. We hebben zowat iedere zijstraat van Khao San Road gehad en op een gegeven moment wisten we niet meer of we nou rondjes aan het maken waren, of tóch elke keer een nieuwe cocktailcar tegen kwamen. Eenmaal geacclimatiseerd en lichtelijk ladderzat namen we een taxi terug naar het hotel en sliepen we als puppies. Eat that, jetlag.
Don’t think, just drink: dan ben je snel genoeg over dat tijdsverschil heen.
3. Ready, set… regenseizoen!
Volledig tegen het idee van de ideale weersomstandigheden voor een zomervakantie in, trokken we in het regenseizoen naar het noorden. We wisten van tevoren dat we niet overgoten zouden worden met zon, maar dat vonden we allebei eigenlijk wel prima. Setje poncho’s mee and we were good to go!
Door de regenval hebben we minder trekpleisters aangedaan dan wanneer we in een droger seizoen waren gegaan, maar daar konden we niet echt wakker van liggen. Want oh boy, die giga groene natuur om ons heen maakte werkelijk iedere druppel goed! We hebben flink wat kilometers gemaakt op de scooter (+ plus poncho & helm) en daardoor de mooiste dingen gezien. Chiang Mai lag er al prachtig bij, maar Pai was toch wel echt het toppunt! Ten minste… dat dachten we. Want de laatste dagen van onze vakantie tikten we ook Koh Phangan nog even aan. Daar waren we in principe heen gegaan om ons toch nog even aan de regendruppels te onttrekken, maar tussen de zonnestralen door, troffen we daar een stuk paradijs aan wat nog groener was dan we alles dat we daarvoor hadden gezien.
We namen een scooterroute die niet op de kaart aangegeven stond, maar zonder er erg in te hebben belandden we opeens met onze hoofden in de wolken – LETTERLIJK! We reden van een klam, zonnig, eiland-klimaat steeds verder de hoogte in, om vervolgens de mysterieuze mist in te rijden. Koh Phangan was opeens knalgroen en knéttertje koud, waardoor het leek alsof we door een filmset reden.
If you’re looking for special effects, dan ga je ze in het regenseizoen – rond eind juli – in Chiang Mai, Pai en op Koh Phangan zeker vinden.
4. Backpacken zonder planning
Voordat we vertrokken hadden we onze zinnen gezet op een paar verschillende steden, maar een strakke planning maakten we niet. We vinden het allebei heel lekker om ter plekke te kunnen bepalen waar we heen willen en dat kan ik echt iedereen aanraden. Een nacht extra blijven als het ergens fijn is en lekker doorrollen naar de volgende spot wanneer je daar aan toe bent. Deze flexibele manier van reizen gaf ons de ruimte om zowel het noorden als het zuiden van Thailand aan te doen en tot twee keer toe een paar nachten langer in Bangkok te blijven. Het voelt natuurlijk lekker veilig om van te voren enigszins te weten waar je aan toe bent, maar flexibiliteit en verrassingen maken het reizen zó veel leuker. Wees dus niet bang om bepaalde zaken lekker aan het toeval over te laten en stippel je route niet te ver vooruit. Thailand kent zo veel te gekke hoeken en gaten dat het zonde is om die te missen, enkel omdat je je aan een bepaalde route of planning wilt houden.
That being said…
Als je een beetje hebt opgelet, dan lees je lang niet alles over onze vakantie. En reken maar dat ik dat expres heb gedaan. Ik heb tijdens onze reis namelijk een unit van een waslijst aan tips verzameld, die ik gloeiend graag met je wil delen. Maar dat doe ik liever in een overzichtelijke lijst met vette aanraders, dan ergens half verweven met een reisverslag. De komende weken zal ik dus een paar nieuwe blogs met je delen. Mijn hotspots in de vorm van Joyspots: plekken die je wat mij betreft echt niet mag missen!
Ben jij zelf ook in Thailand geweest? Wat vond jij het mooist?
En als je nog naar Thailand gaat, van welke plekken zou jij dan tips willen hebben? Laat het me weten met een reactie!